Staal, RVS-gaas, hout, beton, elektronika / Steel, stainless steel mesh, wood, concrete, electronics.
Afmeting / Dimensions: 150 x 100 x 695 cm.
Wout Hoogendijk, de kunstadviseur van deze opdracht, schrijft op de site: 'Publiek gemaakt':
'Aan Frank Halmans werd gevraagd te reageren op de bijzondere historie van de kloostertuin. In de kloostertuin naast de kapel lag vroeger het vogelpark Providentia.
Het bestond uit verschillende kleine vogelverblijven en een grote volière met een vijver. Halmans ontwierp de Vogeltoren, die in vorm en inhoud verwijst naar het vogelpark.
Inhoudelijk vertelt het beeld het verhaal van het wonen; de nieuwe fase in de ontwikkeling van het wonen van de cliënten van Kempenhaeghe. Van instelling naar de nieuwe wijk Kloostervelden, met hernieuwde aandacht voor zelfstandigheid en integratie. En wat vorm betreft wijst het terug naar de volières van het voormalige vogelpark.
Opvallend is dat de ramen en de deuren van de woningen in de stapeling wagenwijd open staan. Hierdoor onderscheiden de huizen zich van volières waarin de vogels opgesloten zitten. In deze huizen vinden haar bewoners beschutting maar zijn ze vrij om te gaan en te komen.
De toren bestaat uit een stapeling van huizen die in vorm en afmeting heel verschillend zijn. Men herkent de standaard rijtjeshuizen, maar ook bungalows, kleine villas en boerderijen. In de sokkel van het beeld is een bellenbord aangebracht met naamplaatjes van de gevleugelde bewoners, en een speaker. Wanneer je een bel indrukt, hoor je een vogelgeluid uit de speaker. Achter elke bel is een ander vogelgeluid te horen. De vogelgeluiden zijn natuurlijk een verwijzing naar de vogels die hier in de buurt wonen. Achter één van de bellen wordt in het kort het verhaal achter de locatie voorgelezen; over Broeder Petrus die ten tijde van het klooster hier zijn vogels kweekte en verhandelde.
Frank Halmans: Wat voor mij interessant is aan deze opdracht is dat mijn actuele autonome werk op een mooie manier samenkomt met de vraag van de opdrachtgever. Op mijn atelier onderzoek ik al enige tijd de werking en de betekenis van volièreachtige architectorale ruimten. Eén van de betekenissen, de dialectiek van open versus gesloten, sluit naadloos aan bij de opdrachtstelling. In dit geval gaat het om de verbeelding van de nieuwe woonvorm van de bewoners van Kloostervelden. Zij gaan vanuit een gesloten instituut naar een zelfstandiger en vrijere woonvorm. Als locatie is de Kloostertuin ook bijzonder. Het is een zogenaamde heterotopie. Een heterotopie is noch privaat en noch publiek. Het ligt ertussenin. Het is een tussenruimte waar een ander tijdsverloop geldt.