Tanja Karreman, K.I.P; Magazine beeldende kunst en vormgeving in Noord-Holland #1 2005.
Speldenprikken in de hiaten van het geregelde leven”

Opvallend intrigerend zijn de recente pogingen van kunstenaars om zo dicht op de huid van de situatie te zitten dat er een spanningsveld wordt gecreeerd tussen schoonheid en kritiek, tussen poezie en werkelijkheid. Als het ware het enig mogelijke antwoord op onvermijdelijke keuzes en onacceptabele ruimtelijke planning. De 'Speeltuin NAP' (2001) van Frank Halmans in de nieuwbouwwijk Zuidwijk-Huygenhoek in Heerhugowaard is zo'n werk. Waar ooit water was is nu weg. Het vlakke land werd ingeruild voor uitgestrekte laagbouw. Het vaste ijkpunt in de wijk is de Albert Heijn, inclusief ondergrondse parkeergelegenheid. Het concurrentiebeding dat door grote supermarkten aan de omgeving wordt opgelegd, garandeert een monopoliepositie. De wijk oogt als een desorienterend netwerk van langzaam te berijden wegen met veelvormige objecten die het verkeer hinderen. Wandel- en fietspaden bieden toegang tot het hart van de buurten, langs achtertuinen, voetbalveldjes en vooral heel veel speeltuinen. De speeltuinen zijn kunststoffen, kindveilige 'gelegenheden' met gekleurde handvatten, netwerken als spinnenwebben en rubberen stoeptegels. Wat als een belachelijk idee had geklonken - om hier bij wijze van kunstwerk nog een speeltuin aan toe te voegen - functioneert als een geniaal referentiekader. Op eenzame hoogte van de zee, nog hoger dan de ramen van de kinderkamers staat de speeltuin der speeltuinen. Inclusief gebogen toegangshek met het woord "speeltuin" erboven en aan weerszijde vlaggetjes. Van de glijbaan, wip, klimrek - zoals ze altijd waren maar om veiligheidsredenen nu niet meer mogen - en zo'n houten draaiwiel dat moet worden aangetrapt, krijg je zin om te spelen. Maar het onbereikbare klimtouw zwaait dreigend hoog in de lucht, even vervreemdend als intiem, zoals alles hier eigenlijk is. De barbecues wachten op een warme zomeravond, gebruikers zijn ver te zoeken.