Een plek om weg te dromen
Het idee voor Een plek om weg te dromen was er al lang voordat Frank Halmans het daadwerkelijk uitvoerde in De Kas in 2004. Vijf jaar
eerder had hij mij al verteld over zijn fantasie van een tuinman die, teruggetrokken in zijn schuur, werkt aan een ultieme mannendroom: het kweken van een
plant in de vorm van een mooi meisje. Ik zag dat toen al voor me: Halmans de tuinman, die in zijn 'atelier' druk doende is met het plan om de
Pygmalion-mythe nieuw leven in te blazen en ondertussen als een soort alchemist allerlei ontdekkingen doet, "ontwerpen maakt en ideeën tot ontwikkeling
brengt als gunstige nevenproducten van zijn - waarschijnlijk - onhaalbare doel".(1) Het project in de kas kwam precies daar op neer. Alleen had het
heimelijke karakter ervan plaats gemaakt voor de situatie van een open atelier en was het tot een publiek toegankelijke expositie verworden.
Daarin waren de verschillende proeven van de tuinman te bezichtigen: vooral veel tekeningen van planten in of gecombineerd met figuurvormen,
oude gravures waaruit bleek dat het idee ook vroeger al de fantasie bezig hield (denk aan de Griekse mythologie), een in scène gezette kwekerij,
beelden van planten in de vorm van een figuurtje, een opgerolde tuinbroek die eruit zag alsof de tuinmnan er zo was uitgestapt voor een bezoek aan...
Ach, we weten het eigenlijk niet.
Meer dan alleen een meisjesobsessie - die bij de één wellicht leidt tot een Pygmalion-schilderij, bij de ander tot een komische puberfilm - zijn de tuinman
en diens heimelijke 'kweeksels' bij Halmans vooral metaforisch voor zijn werk als geheel. In de eerste plaats geldt deze metafoor de intieme, private ruimte,
waarmee hij zich bezig houdt. In de tweede plaats de rol die elementen als tuinen en tuinieren in zijn werk innemen. Een duidelijk voorbeeld daarvan is de
recente sculptuur Giardini Segreti (geheime tuinen) die hij realiseerde aan de gevel van het Lumax-gebouw in de Utrechtse wijk Ondiep in 2007.
Het beeld bestaat uit omheinde tuintjes die aan de hoek van de gevel hangen. Verschillende bedrijven die in het gebouw gehuisvest zijn, kunnen hun
identiteit uitspelen bij het bepalen van wat er in de tuintjes groeit en bloeit. Vergelijkbaar met Halmans' project in De Kas gaat het erom wat er zichtbaar
wordt gemaakt uit de privésfeer - in dit geval van wat er zich afspeelt in het Lumax-gebouw - en als dat gebeurt, wat wij daar dan uit kunnen afleiden.
Dat is uiteindelijk niet zo veel. In Halmans' voortdurende beroep op de privésfeer gaat het niet om het direct en voorspelbaar expliciteren van zaken als
seksualiteit, ik-/jij-hyperbolen en ander basaal menselijk behaviorisme, zoals in reality-televisie. Het is hem meer te doen om de herinnering
en de fantasie die besloten liggen in de menselijke geest en wat daarvan wakker kan worden geschud. Het vroege werk In uitvoering - de slaapkamers
waarin ik nog steeds wakker word. uit 1996 is in dat opzicht exemplarisch. Het bestaat uit een reconstructie, op schaal, van de kamers die door de jaren
heen fungeerden als slaapkamer van Halmans. Ze maken deel uit van zijn persoonlijke, geaccumuleerde 'verledens'. Tegelijkertijd heeft het werk een
minder persoonlijke kant, in de zin dat we ons allemaal kunnen voorstellen hoe een dergelijke reconstructie van onze eigen slaapkamers eruit zou kunnen zien
en de stroom herinneringen die dat idee losmaakt (nog los van de formeel-esthetische kwaliteiten van het beeld).
In dit veralgemeniseren en delen van het huiselijke en intieme toont Halmans, ondanks de geveinsde beslotenheid, wel degelijk affiniteit met hedendaagse
maatschappelijke tendensen. In het werk Speeltuin NAP uit 2003 - net als Giardini Segreti ook bestemd voor de openbare ruimte - werd
het collectieve geheugen nadrukkelijker opgevoerd, in een periode dat de term 'global warming' op ieders lippen bestorven lag. Voor een nieuwbouwwijk in
Heerhugowaard in West-Friesland heeft Halmans de kleurige objecten van een standaard speeltuin laten uitvoeren op het niveau van het Normaal Amsterdams Peil,
dat wil zeggen op 2,60 meter boven het maaivled van de vroegere polder. Dit om aan te geven hoe hoog het water in de wijk zou staan als de dijken doorbreken
of als de zeespiegelstijging daadwerkelijk doorzet. Het collectieve geheugen wordt hier met een licht traumatische variatie teruggekaatst naar een publiek dat zich
in de veilige haven wil nestelen van een bestaan in suburbia.
De antropoloog Arjun Appadurai publiceerde medio jaren negentig verschillende artikelen over de culturele gevolgen van de globalisatie. Het heeft de mensheid meer
kwaad dan goeds opgeleverd, stelt hij. Toch ziet hij ook een lichtpuntje want voor de misbedeelden en onderdrukten in onze wereldwijde samenleving heeft de
globalisering in ieder geval de imaginaire - en steeds meer ook de reële - kansen geschapen om aan een miserabele situatie te ontvluchten. Daar kunnnen we
tegenover stellen dat de globalisering de imaginaire ruimte voor de westerling alleen maar heeft verkleind. Wat er rest is een gemakkelijk consumeerbaar
product voor vlieg- en flitstoeristen, bestaande uit hotelparken die meer lijken op 'thuis', op Heerhugowaard bijvoorbeeld, dan op 'elders'. Voor je verbeelding
hoef je het vliegtuig niet meer in te stappen. Halmans' imaginaire ruimte speelt zich dan ook vooral af in de straal van eigen huis en tuin. Daar valt nog genoeg
te halen, zoals wel bleek uit zijn werk in De Kas.
Jelle Bouwhuis.
(1) J. Bouwhuis, 'Een plek om ouderwets weg te dromen', Frank Halmans. Noodverlichting, Amersfoort (Hermen Molendijk Stichting / Centrum Beeldende Kunst),
1999, pp. 32-37, p.32.